Uit: Hans Warren, Geheim dagboek 1971-1972
Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 1991
2 juli. – Om tien uur vertrokken Mabel en ik naar Leiden om de promotie van Andreas Burnier bij te wonen. In Leiden vlug iets vies gegeten in een snackbar, een platenbon gekocht voor de promovenda, in de Hortus gewandeld. Om kwart voor twee de promotie. Zeer warm, eivol en nogal saai. Haar kinderen ontmoet die helpen bij de receptie, lang gepraat met Nagel die zei dat hij mijn werk zeer waardeert. Ongeveer zes uur thuis. ’s Avonds mijn nieuwe platen met Balische gamelanmuziek en boeddhistische muziek uit Tibet en Nepal nog beluisterd.
EEN VREEMDE DAG
Een vreemde dag
Naar Leiden, om
Catharina Irma Dessaur geluk te wensen.
Een briljante promotie,
de senaatskamer een oven
en het nadrukkelijke hora est
een meer dan gewone bevrijding
van tussen al die geschilderde ogen
en de foundations of theory-formation
in criminology.
Bij de sherry meer met W.H. Nagel
gesproken dan met Catharina Irma, en hij
meer over mij dan over iets anders, daarna
de lege glazen aan Churchill toevertrouwd
en over de bloedhete wegen
vol doodgereden katten, egels, postduiven
weer naar Zeeland
waar opeens in het avonduur
onder druiveranken bij een rood dwaallicht
een balische gamelan opbloeide,
uren lang klopzang, zwevende gongs,
geknepen stemmen, omvlochten door
snerpende fluiten.
Toch noch een nachtbezoek
aan de godin Nehalennia, tronend tussen
haar fruitmand en haar windhond
onder een blauwe, huivende hemel,
crustaceeën gegeten, besproeid met Steinwijn
in Veere, een tocht langs de zee,
vol eeuwig leven en onrust, en daarna,
hoe kan het, in ben nog uren gelezen
in ‘Coming up for air’, 31 jaar oud,
een vreemde dag, 2 juli 1971
of eigenlijk al lang de derde.
24 januari 1972
Grappig adreswijzigingsgformulier van Andreas Burnier die 1 februari aanstaande van Oegstgeest naar Berg en Dal verhuist. Als beroep vulde zij in: sometime Muze.