Cultuurkritiek

In de tijd dat het tot het links gedachtegoed behoorde om voor euthanasie te zijn verbaasde het iedereen dat Burnier eind jaren tachtig een krachtig tegengeluid liet horen. Dat tegengeluid komen we niet alleen tegen als het over euthanasie gaat, maar ook over het kunstbeleid, milieu, onderwijs, genetische manipulatie en kunstmatige intelligentie.

Boeken

De zwembadmentaliteit - 1979 - link

Mag de dokter doden? - 1986 - link

Gesprekken in de nacht - 1987 - link

De achtste scheppingsdag - 1990 - link

Een gevaar dat de ziel in wil - 2003 - (Deel I, II en III) - link

Verder lezen

C.I. Dessaur, de columnisten-ziekte - 1988 - link

De bibliotheek Ets Haim - 1990 - link

Nooit meer Europa - 2000 - link

Fragmenten

Fragment uit essay: De asfaltering van het kunstbeleid (1978)

Uit : De zwembadmentaliteit 

Andreas Burnier

 

Dames en Heren,

 

De Nederlanders zijn een volk dat graag en veel mag protesteren. Opstandigheid tegen autoritair gezag, rebellie op grond van onze autonome inzichten, behoren tot onze al dan niet te waarderen eigenschappen. Hoewel ik in dit opzicht zeer Nederlands ben, is er één vorm van gangbaar protest waaraan ik zelden of nooit meedoe. Dat is, wanneer aan min of meer ‘bekende Nederlanders’

wordt gevraagd hun handtekening te zetten op een lijst, ter ondersteuning van een of andere protestactie. Handtekeningen zetten lijkt mij in het algemeen een nutteloze activiteit, die bovendien, vrees ik, vaak evenveel te maken heeft met ijdelheid als met nobele verontwaardiging. Toch heb ik twee keer in mijn leven zo’n protesthandtekening gezet: één keer, nu heel lang geleden, tegen de oorlogvoering in Vietnam, één keer heel recent tegen do overheidsplannen met de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Van oorlog voeren heb ik in hot geheel geen verstand, en van beeldende kunst nauwelijks, maar in deze twee gevallen was het ogenblikkelijke gevoel van verontwaardiging over iets mensonwaardigs zo groot, dat ik mijn bezwaren tegen de op dat moment enig mogelijke protestvorm: je handtekening zetten, overwon.

 

Ook wat hier vandaag gebeurt: dat collega Van Maarseveen en ik, op uitnodiging van de Rijksacademie nog eens tot u, de dragers van het overheidsgezag en de staatsmacht, mogen spreken, heeft eigenlijk niet mijn voorkeur. Ik ben bang dat ons hele optreden in feite niet meer is dan een ritueel. Twee hooggeleerde clowns mogen nog éénmaal voor u dansen, en ondertussen is natuurlijk informeel allang door de machthebbers besloten wat er, hoe dan ook, met de Rijksacademie gaat gebeuren, namelijk vernietiging.

 

Dat ik ondanks mijn bezwaren en scepsis over het nut van deze seance toch tot u spreek, heeft te maken met mijn overtuiging dat wat dreigt te gaan gebeuren met de Rijksacademie een symptoom is van een sociaal en cultureel proces dat op allerlei gebieden van de samenleving zich begint te manifesteren of al manifest is, en waar je fatsoenshalve — of het nu helpt of niet — je tot het uiterste tegen behoort te verzetten. Onder veel fraai gepraat over de ontplooiing en de mondigheid van de burgers, de autonomie van kleine bestuurlijke eenheden en groepen, onder het luid proclameren van allerlei leuzen over inspraak, zelfbeschikkingsrecht, medezeggenschap, spreiding van macht, bevordering van ieders creativiteit en autonomie (en dit zijn leuzen die van links, midden en rechts in de politiek zijn te horen), neemt het staatsapparaat in werkelijkheid een steeds arroganter en patriarchaler, zo niet dictatoriale houding aan. De politieke machthebbers beslissen voor de burgers wat goed voor hen is, ongeacht hun eigen talenten, wensen en inzichten. Niet dat wat groepen burgers zelf willen en kunnen, maar dat wat de overheid, dat wil zeggen groepen ambtenaren en politici, vindt dat de burgers moeten doen, is doorslaggevend. 

< Bekijk alle themas
Webdesign & development: www.silicium.nl